November 1813 | Jan Harmsen overspeelt zijn hand
Het is november 1813. Nederland is op dat moment een onderdeel van het Franse Rijk van keizer Napoleon Bonaparte. Napoleon’s macht gaat echter lelijk achteruit. Overal in Nederland worden de Fransen verjaagd. In Doesburg hebben de Franse huurtroepen de stad uit eigen beweging verlaten. Vechten tegen de oprukkende Kozakken heeft geen zin. Op enkele ‘gendarmes’ na is de stad al bevrijd. En die gendarmes hebben hun oren en ogen nog wel goed open. Daarom maant burgemeester Everhard Alexander Ver Huell de inwoners om voorzichtig te zijn met feestvieren. Hij sluit een terugkeer van de gehate Fransen nog niet uit.
Oranje linten en tabak
Winkelier Jan Harmsen trekt zich van de waarschuwing van de burgemeester niets aan. Hij is zo zeker van zijn zaak dat hij zijn winkel aan de Ooipoortstraat nummer 3 alvast versiert met oranje linten. Harmsen kan ook niet wachten met het verkopen van tabak, maar dat is riskant. Waarom? Tabak is rond 1800 zoiets als een eerste levensbehoefte, en er wordt volop gesnoven en gepruimd.
De Fransen hebben de tabaksverkoop helemaal in overheidshanden gehouden, en kunnen zo de prijs fors opschroeven. Particuliere handelaren mogen geen tabak verkopen en burgers zijn aangewezen op het centraal tabaksmagazijn. Harmsen lapt het verkoopverbod aan zijn laars en haalt zich zo de woede op de hals van de Franse gendarmes die nog altijd in de stad zijn.
Doesburg bevrijd
De Kozakken ondervinden geen enkele weerstand en kunnen Doesburg als het ware binnen wandelen. De bevrijding lijkt dan ook in kannen en kruiken. Harmsen maakt zich dan ook geen zorgen en veel Doesburgse burgers juichen het gedrag van hun stadgenoot toe. De voorzichtige burgemeester Ver Huell blijft een roepende in de woestijn. Alleen de oranjelinten haalt Harmsen op op verzoek van de burgemeester weg.
Van de regen in de drup
De Kozakken beginnen zich echter steeds meer te misdragen. Ze persen de Doesburgers geld en drank af. Ook eisen ze de sleutels van het tabaksmagazijn. Tegelijkertijd verwaarlozen ze de verdediging van de stad en dat blijft niet onopgemerkt door de Franse troepen die nog steeds in de buurt zijn.
Stuivertje wisselen
Op 23 november vallen de Fransen dan ook met een horde op wraak beluste soldaten Doesburg binnen. Ze komen via de Ooipoort. Op datzelfde moment verlaten de Kozakken in gezwinde spoed de stad via de Meipoort. Wanneer de Franse soldaten van de gendarmes horen wat winkelier Harmsen heeft uitgehaald, zijn de rapen gaar. De deur van de winkel wordt met geweerkolven ingeslagen, de ruiten worden verbrijzeld en een horde soldaten dringt via de winkel de woning aan de Meipoortstraat binnen.
Alles wat hen daarbij voor de voeten komt, wordt vernield. De bewoners kunnen ternauwernood vluchten. Vooral de vrouwen die in het gevolg van het leger zijn meegekomen doen zich tegoed. Ze nemen alles mee wat ze kunnen gebruiken. De rest wordt vertrapt en blijft op straat liggen. Gelukkig vallen er geen gewonden. Als er niets meer te vernielen is, richt de woede van de Fransen, waarvan een groot aantal dronken is, zich op de eigendommen van andere Doesburgers.
Colofon
Research en tekst: Bert Stulp
Audiofragment: Jan Ravenstein
Videobeelden: LiViPro Mediaproducties
Met dank aan Hans ter Steeg
Eindredactie: Theo Maas
Vormgeving: Han Jansen