Ga naar de inhoud

Het motto dat onze bestuurders kozen rond 1665:

‘Dit huis haat slechtheid, bemint de vrede, straft de misdaden, bewaart het recht en eert de rechtschapenen’

Het Stadhuis als eerste ‘huis’ dat in Doesburg Vertelt wordt gepresenteerd?

Die keus ligt voor de hand en is zeker op zijn plaats. Ons stadsbestuur zetelt er nog altijd én het is een fascinerende verzameling van oude en nieuwe panden. Het Stadhuis is bovendien een markant gebouw dat de meeste Doesburgers ook kennen. Maar die bekendheid en vertrouwdheid zijn ook een nadeel. Want hoe vaak kijken wij Doesburgers er, zoals een toerist, nog ‘echt’ naar?

Daarom nemen we een duik in de geschiedenis van ons stadhuis. Misschien is dat een welkome uitnodiging om het Stadhuis tijdens een wandeling nog eens aandachtig te bekijken. Want hoe is die verzameling ‘huizen’ uitgegroeid tot wat er nu staat? 

Het begin: de Vischmarkt

Vischmarkt Doesburg

De eerste papieren vermelding over een Doesburgs stadhuis dateert uit het eind van de veertiende eeuw. Het is een rekening voor het maken van een goot tussen het stadhuis en het huis ernaast. Het betreft een goot voor het oudste deel van het Stadhuis: het wijnhuis, dat ook wel Out Gelre wordt genoemd. Anders dan vaak wordt gedacht is niet het pand op de hoek Koepoortstraat/Roggestraat het oudst. Het is juist het achterste gebouwdeel, dat grenst aan de Vischmarkt dat het oudst is.

In de achtergevel van dit wijnhuis (rechts van de bronzen stadsmaquette) zien we nu de (dichtgemetselde) toegangsdeur. Deze trapgevel heeft blinde bakstenen boognissen waarin ook blinde kruisvensters zijn aangebracht. De Doesburgse Monumentengids noemt deze trapgevel ‘een fraai voorbeeld van Nederrijnse baksteengothiek’. Tegenwoordig liggen in dit deel van het Stadhuis de Raadzaal en de werkkamers van de wethouders. Oudere Doesburgers herinneren zich misschien de kelder onder dit wijnhuis als de vroegere locatie van het Stadsarchief. Anno 2020 is deze ‘Raadskelder’ onder andere in gebruik als expositieruimte.

Het vervolg: hoek Koepoortstraat/ Roggestraat

Doesburg Stadhuis (schepenhuis)

Het deel van het gebouw op de hoek van de Koepoort- en Roggestraat is aanzienlijk jonger. Dit schepenhuis dateert uit de vijftiende eeuw en stond helemaal  los van het wijnhuis. Het staat nu ongetwijfeld hoog in de ‘Top10 van meest gefotografeerde plekken’. Het domineert het straatbeeld, vooral door de hoogte. Het pand heeft een mooie trapgevel met bakstenen ‘pinakels’ op de ‘traptreden’, een veelhoekig torentje met een uivormige bekroning in het midden én hoge gevelnissen.

De vrije linkerhoek is afgeschuind om ruimte te maken voor een heiligenbeeld: de beeltenis van Sint Maarten. Hier ligt op de stoep een ronde blauwe steen met een gat in het midden. Deze steen is het enige overblijfsel van de middeleeuwse draai- of drilkooi. 

In de Koepoortstraat, direct grenzend aan het schepenhuis, zien we een derde ‘huis’. Dit pand wordt begin zeventiende eeuw bij het schepenhuis getrokken. 

De samenvoeging van schepen- en wijnhuis 

In de jaren vijftig van de zeventiende eeuw ontstaan plannen om het wijnhuis en het schepenhuis samen te voegen. Die ‘verbouwing’ tot één pand wordt in 1663 gerealiseerd. Dat jaartal, met het wapen van de stad, is ook vandaag nog te zien boven de toen gemaakte monumentale ingang aan de Roggestraat. Naast de samenvoeging verandert ook de indeling van het Stadhuis. Er is ruimte voor een grote zaal.

Op de schouw van die Raadzaal maakt ‘stucwerker‘ Robert Middewinter twee jaar later een voorstelling van het Salomonsoordeel. Met daaronder de latijnse spreuk  ‘Haec domus odit amat punit conservat honorat nequitem pacem crimina jura probos’. Oftewel ‘Dit huis haat slechtheid, bemint de vrede, straft de misdaden, bewaart het recht en eert de rechtschapenen’. 

Rond 1800

Doesburg Vischmarkt 1900

In de loop van de tijd heeft het Stadhuis dus regelmatig veranderingen ondergaan. Het ging daarbij vaak om functionele aanpassingen. Maar huizen, en dus ook stadhuizen, zijn onderhevig aan ‘mode’. Zo werden in de loop van de achttiende eeuw de trapjes van de achtergevel en de pinakels van de voorgevel verwijderd en kreeg het dak blauwe pannen in plaats van leien. Dat ‘proces’ gaat in de negentiende eeuw nog door. In 1813 bijvoorbeeld worden de gevels gepleisterd en houten schuiframen aangebracht.

Kerend tij: 1938 – 1940

Begin twintigste eeuw hebben de panden dus veel van hun oorspronkelijke uiterlijke kenmerken verloren. Eind jaren dertig wordt besloten een grootscheepse restauratie uit te voeren. Architect N. de Wolf, ook wethouder van de gemeente Doesburg, krijgt de opdracht de panden zo veel mogelijk in de oorspronkelijke staat terug te brengen. Om deze opdracht te kunnen aanvaarden moet De Wolf het wethouderschap neerleggen. Twee jaar later, op 4 juli 1940, wordt het gerestaureerde stadhuis geopend. Wijnhuis en schepenhuis hebben hun middeleeuwse uiterlijk terug.

1969

In de jaren zestig van de vorige eeuw is er opnieuw ruimtegebrek. In 1969 wordt Koepoortstraat 1, het ‘Hof Gelria’ bij het Stadhuis getrokken. Dit pand dateert uit de late vijftiende of vroeg zestiende eeuw. Het is een zogenaamd laatgotisch dwarshuis: de nok van het dak loopt paralel aan de straat. In de achttiende en negentiende eeuw is het in gebruik als herberg/hotel en wordt het interieur drastisch veranderd. Ook fungeert het pand als tramhalte.

Begin jaren vijftig van de vorige eeuw is het pand onder leiding van de reeds eerder genoemde N. de Wolf al gerestaureerd. Dat betekent ook de terugkeer van de grote zaal op de begane grond. Die ruimte is nu bekend onder de naam Burgerzaal. De drie panden aan de Koepoortstraat 3, rechts van Hof Gelria, maken ook deel uit van het Stadhuis. Het meest linkse van de drie, met de luifel, is net als Hof Gelria een ‘dwarshuis’. De nok van de twee aangrenzende panden staat haaks op de straat. Dit type heet ‘langshuis’.

1996

Het huidige uiterlijk krijgt het Stadhuis in 1996. Achter het genoemde Hof Gelria wordt nieuwbouw gerealiseerd. De ingang wordt verplaatst van de Roggestraat naar de nieuwbouw aan de Ph. Gastelaarsstraat.

Colofon
Research en tekst: Marijke Peelen-Sterk
Webinar: ‘De Doesburgse portrettengalerij’; HetHuisDoesburg en

LiViPro Mediaproducties ism Historizon
Videobeelden: LiViPro Mediaproducties
Met dank aan: Henk van der Horst en Nicolet Vree

Foto’s Stadhuis: Fotocollectie Toon Geerling
Bronnen: Streekarchivariaat, Monumentengids Doesburg,
‘Het kwartier van Zutfen’ van E.H. ter Kuile, Wikipedia

Eindredactie: Theo Maas
Vormgeving: Han Jansen

Voor wie meer wil weten:

> Het Stadhuis toen en nu
> Doesburg toen en nu

Op 2 oktober 2020 organiseerde HetHuisDoesburg in samenwerking met LiViPro Mediaproducties en Historizon het webinar ‘De Doesburgse portrettengalerij’. Burgemeester Loes van der Meijs en Nicolet Vree vertellen in dit webinar over de geportretteerden in de Burgerzaal, bekende en onbekende Doesburgers.
Behalve de portretten bekijken zij ook de huizen en graven van de geportretteerden. Het is een absolute aanrader.
Monumentengids Doesburg
Voor de fijnproevers
De monumentengids Doesburg is een absolute aanrader voor Doesburgers die zijn geïnteresseerd in architectuur en stadsgeschiedenis.


De uitgave is geschreven door Frank Haans. De stadsgids is in 2008 verschenen bij Uitgeverij Matrijs en samengesteld in samenwerking met het Gelders Genootschap en de Monumentenvereniging 15 april 1945.
Over de ‘Bodebus’
De Doesburgse bode van het Stadhuis Henk van der Horst draagt op zijn uniform de zogenaamde bodebus. Van oorsprong is dit een attribuut van een bode bij Nederlandse overheidsinstellingen dat is bedoeld om poststukken in te doen. 
De bodebus werd gedragen aan de gordel en was voorzien van een schildje met daarop het wapen van de instantie die de bode vertegenwoordigde. 


De bus gaf de drager bepaalde priviliges, zoals gratis vervoer per postkoets, bus en trein. In de loop van de tijd veranderde het attribuut van een echte bus tot een vaak rijkversierd draaginsigne
Het Doesburgse origineel is te zien in Streekmuseum De Roode Tooren. 

Instagram
WhatsApp