Ga naar de inhoud
Heel diverse bronnen

De geschiedenis van de Doesburgse joodse gemeenschap 

Omdat de geschiedenis van de Doesburgse joodse gemeenschap er een is van vele eeuwen, is voor deze editie van Doesburg Vertelt deels gekozen voor de vorm van een tijdlijn. Een tijdlijn die is gebaseerd op bestaand en uitgebreid literatuuronderzoek, en die met met name is toegespitst op de boeken ‘Joods leven in Doesburg’ van Hans Kooger (Walburg Pers, 1981) en ‘Van vijanden omringd’ van Henk Pleiter (Diepenmaat Uitgeverij, 2008). Ook het Doesburgse stadsarchief was een rijke bron van informatie.

In officiële documenten die dateren van vóór de invoering van de burgerlijke stand in 1811 wordt de naam van dezelfde persoon soms verschillend gespeld. Voor de toegankelijkheid van de tekst is de spelling daarom soms aangepast.

Het begin

Vanaf de veertiende eeuw vluchten vanuit Brabant groepen van in totaal vijf- tot zeshonderd joden naar Gelre; daarvóór, tot het jaar 1300, was vooral sprake van eenlingen. De vluchtelingen krijgen bescherming van graaf Reinald II.

Rond 1335 woont in Doesburg ene ‘Joseph de jode’. In 1332 geeft Graaf Reinald II toestemming aan een Lombard om zich in Doesburg te vestigen. Lombarden krijgen veel privileges, onder andere bescherming, vrijgeleide, recht in eigen taal te pleiten en recht bij testament over hun goederen te beschikken. Ook hoeven ze geen belasting te betalen en niet mee te doen aan de wake en heervaart (een soort militaire dienstplicht). Voor hun vergunning betalen ze een jaargeld. De sociale verhoudingen van dat moment zijn het best af te lezen aan de uitspraak: ‘Die een jode of een Lombardt* misdede, die misdede den heer self’.

* De eerste joden zijn vaak lombardiers: ze lenen geld op een onderpand. Aanvankelijk heetten deze instellingen ‘tafel van lening’, vandaar de aanduiding leentafelhouder. Vanaf de zeventiende eeuw wordt het de ‘bank van lening’. De populaire namen ‘lommerd’ of ‘Lombard’ blijven in de volkstaal bestaan.

Lees ook: De bank van Lening – de Lommerd

De joodse gemeenschap in Doesburg tussen 1400 en 1939

Joden hebben in de geschiedenis dikwijls te maken gehad met vijandigheid en haat, variërend van discriminerende overheidsmaatregelen tot georganiseerde moordpartijen, zoals pogroms en de Holocaust. De joodse bevolking is door de eeuwen heen stelselmatig vervolgd en gediscrimineerd. Ook in Doesburg. Zo wordt het in 1776 joden verboden op de markt van Doesburg waren te verkopen en krijgt Benjamin Simon Katz in 1801 geen toestemming zich in Doesburg te vestigen. In 1802 probeert de Gereformeerde gemeente joden te weren door te stellen dat er nooit meer dan twee of drie joodse gezinnen in Doesburg hebben gewoond. Het zijn maar enkele voorbeelden uit de tijdlijn van de joodse gemeenschap in Doesburg tussen 1400 en 1939, het jaar waarin op 28 augustus de algehele mobilisatie wordt afgekondigd.

> Tijdlijn van de Joodse gemeenschap in Doesburg tussen 1400 en 1939

1940 – 1944

Op 13 april 1940 wordt in de Achterhoek de staat van beleg afgekondigd. Op 10 mei van dat jaar vallen de Duitsers Nederland binnen. Op 13 mei pleegt in Hummelo en Keppel de arts R.P. Belinfante zelfmoord. Zijn echtgenote overleeft. Begin juni zijn zo’n tweehonderd Doesburgers lid van de NSB (De Nationaal-Socialistische Beweging in Nederland). Halverwege die maand is er de brief van de Commissaris van de Koningin, onder andere om niet aan alle wensen van de militaire autoriteiten tegemoet te komen. Eind juni is er weer een bericht. De Commissaris van de Koningin vraagt hem te informeren als er maatregelen tegen joden worden afgekondigd.

Ontslagen, verboden, registratieplicht

Er wonen geen Joodse vluchtelingen in de stad. De Jeugdstorm heeft een eigen onderkomen in de molen. Op 4 juli wordt het gerestaureerde stadhuis van Doesburg in gebruik genomen. Ook in juli komt de eerste landelijke verordening: joden die werkzaam zijn bij de dienst luchtbescherming moeten worden ontslagen. Daarna volgt een verbod om joden aan te nemen. Joden worden ontslagen uit overheidsdienst. Joodse ondernemingen moeten zich melden en krijgen een ‘Verwalter’. Joden hebben niet langer toegang tot zwembaden, badhuizen, parken, plantsoenen, bioscopen, hotels, cafés; er wordt een registratieplicht ingevoerd.

foto Netwerk oorlogsbronnen

Na de zomer komt ook een brief van de bisschoppen ‘Wij mogen niet zwijgen’. Begin november wordt de afdeling Doesburg van de Nederlandse Unie opgericht. Bestuursleden zijn G.H. van Hengel en Hens van der Wal. Johan Herman Ubbink is (voorlopig) secretaris. In diezelfde maand nemen twee Doesburgse bestuursleden ontslag bij de dienst luchtbescherming vanwege de maatregelen die de overheid neemt tegen niet-arische landgenoten. Het zijn J.C.M. Gurck en Johan Herman Ubbink. 

Voor het einde van februari 1941 moeten Joden bij het stadhuis een formulier afgeven. Ze krijgen dan een ‘bewijs van aanmelding’ met een grote J erop. Als reactie is er op 25 februari de Februaristaking. In maart wonen in Doesburg nog 27 joden. Het zijn de families Katz-van Dijk (3 personen), Sternfeld-Goldstein (3 personen), Goldsmid-Jeene (4 personen), Meiers-Walg (4 personen), Meiers-Polack (2 personen), Van Gelder-Meiers (2 personen), Levie-Meiers (3 personen), Walg (3 personen) en twee alleenstaande vrouwen: Samuel en Van Bingen.

Persoonsbewijs

Graafschapbode | Delpher

Halverwege april van dat jaar moet Joden hun radio inleveren. Na de zomer moeten joodse kinderen naar aparte scholen. Joden mogen niet langer lid zijn van verenigingen waarvan ook niet-joden lid zijn en moeten om 20.00 uur in hun huizen zijn. In oktober volgt het verplichte persoonsbewijs.

Op 1 september wordt de gemeenteraad terzijde geschoven. De NSB betrekt een eigen groepshuis in de Ooipoortstraat. Begin oktober worden op verschillende plaatsen in Twente en de Achterhoek als represaille joden opgepakt. Abraham Meiers, Jacob Meiers en Maurits Sternfeld – alle drie niet in Doesburg geboren – worden door Doesburgse politiemensen uit hun huizen gehaald. De Duitse politie voert ze af naar Mauthausen (Mauthausen was een concentratiekamp tijdens de Tweede Wereldoorlog). Het ‘beroert’ burgemeester Nahuys zeer.

Razzia’s

In diezelfde maand, aan de vooravond van de razzia’s, wonen er in Doesburg nog zo’n twintig joden. Leden van de Doesburgse NSB en WA (De Weerbaarheidsafdeling was de geüniformeerde ordedienst en knokploeg van de NSB) zijn actief betrokken bij razzia’s in Hummelo en Keppel. Burgemeester Nahuys meldt in september dat Lea, de echtgenote van Sternfeld, is verdwenen met achterlating van haar dochtertje van inmiddels 3 jaar oud is. Beiden overleven buiten Doesburg de oorlog. Eind oktober overlijdt Sternfeld in Mauthausen. Nahuys probeert een Joodse onderduikster – vermoedelijk Sternfeld – op te sporen via een advertentie in het Algemeen Politieblad. In november geeft hij opdracht aan de Doesburgse politie alle joden te arresteren en uit te leveren aan de bezetter.

De Jodenster

In mei 1942 wordt de Jodenster ingevoerd. Eind mei wordt de alleenstaande Duitser Meier Lebensbaum – ‘Schele Frits’ – opgepakt. Hij werkt voor Roelofsen en woont al sinds 1925 in Doesburg.  In juli is er een brief van de bisschoppen die is gewijd aan de jodenvervolging. Meier Lebensbaum overlijdt in Auschwitz (Auschwitz was een concentratiekampcomplex dat tijdens de Tweede Wereldoorlog door nazi-Duitsland rondom de Poolse stad Oświęcim (Duits: Auschwitz) werd opgezet.) in augustus. Halverwege augustus zijn er nog 18 joden in Doesburg. In diezelfde maand wordt de Joodse Bond van Veehandelaren verantwoordelijk gemaakt voor de teloorgang van de Doesburgse markt. In november volgt deportatie na een grote razzia.

foto Wikimedia Commons

In mei 1943 zijn in het hele land razzia’s gericht op zigeuners. Eind augustus 1943 wordt mevrouw Ubbink – de moeder van Ben – die met haar twee dochters woont in de Ooipoortstraat nummer 14, opgehaald door de Duitse politie. Christiaan Zee past op het huis. Op 5 september is het ‘Dolle Dinsdag’. Op 11 september komen de drie dames Ubbink vrij.

In augustus 1944 eindigt het burgemeesterschap van Nahuys; hij wordt opgevolgd door A. van Rijn.  Eind september wordt iedereen, ook de directie van de gieterij, ingezet bij ‘Aan de schop’: de aanleg van verdedigingswerken. Eind 1944 worden groenten en aardappelen geoogst in de fabriekstuin van de gieterij.

Colofon

Research en tekst: HetHuisDoesburg
Tekstbijdragen: Theo Maas
Videoregistratie: Maarten Lindner, LiViPro Mediaproducties

Met dank aan: Wil Verlaan, Henk IJbema, Tineke Beishuizen, Berend Arentsen

Bronnen: 
Hans Kooger, Joods leven in Doesburg (Walburg Pers, 1981); Henk Pleiter, Van vijanden omringd (Diepenmaat Uitgeverij, 2008); Stad en Ambt Doesburgh, Overleven in WO II en Stolpersteine; J.W. van Petersen, Tot leniging van den nood (Rode Kruis afdeling Doesburg); Monumentengids Doesburg; Stadsarchief Doesburg; S. Laansma, De wacht aan de IJssel; Joods Historisch Museum; W.P Nerderkoorn en G.J.B. Stork, Erop of eronder (Uitgevers-maatschappij Misset); www.oorlogsbronnen; Beeldbankwo2.nl; NIOD; Delpher; Liemersverleden.nl; Wikipedia; Regiobode; Graafschap-bode

Eindredactie: Theo Maas
Vormgeving: Han Jansen

Doesburg, maart 2022

Meer weten?

Sporen van Joodse Doesburgers

In Doesburg als ook in veel andere plaatsen worden vermoorde Joodse plaatsgenoten herdacht met zg. struikelstenen. De Doesburgse stenen zijn hier te zien.

Voor Maurits Sternfelds is een plaquette ter grootte van een struikelsteen geplaatst op de zijgevel van Ph. Gastelaarsstraat 14.

De Duitse kunstenaar Gunter Demnig (*1947) begon in 1994 aan een monumentaal project door kleine stenen aan te brengen op het trottoir voor de huizen waar mensen hebben gewoond die door de nazi’s verdreven, gedeporteerd, vermoord of tot zelfmoord gedreven zijn, met name joden. Op deze stenen staan hun naam, geboortedatum, deportatiedatum en plaats en datum van overlijden. Gunter Demnig noemt zijn stenen Stolpersteine of Struikelstenen (stolpern = struikelen) omdat je erover struikelt met je hoofd en je hart, en omdat je moet buigen om de tekst te kunnen lezen.

De Doesburgse sjoel

> Tijdlijn van de Doesburgse sjoel

De bank van Lening – de Lommerd

Banken van lening, of Lommerds, legden zich toe op pandbeleningen. Aanvankelijk heetten deze instellingen ‘tafel van lening’ maar vanaf de zeventiende eeuw spreken we van de ‘bank van lening’. De populaire naam lommerd of lombard bleef in de volkstaal bestaan. De lommerd had vaak geen goede naam omdat de klanten, vooral in de kleinere steden, veelal behoorden tot de onderklasse. Die werd armer en de pandhuishoudens rijker.

Een voorwerp werd voor een bepaalde periode beleend. Tegen betaling van de leensom en de kosten kon het binnen 6 maanden worden ‘gelost’. Gebeurde dat niet dan werd het pand in het openbaar verkocht. Leverde dat meer op dan de beleende som plus de kosten dan bleef het surplus een jaar voor de houder van het pandbewijs.

Hulp en verzet

Kapelaan TH. M. Morselt en pastoor A.S. Uyttewaal wonen in de Kloosterstraat en zijn openlijk anti-Duits en anti-NSB. Ze helpen krijgsgevangenen en piloten die een goed heenkomen zoeken. Tot halverwege 1943 helpen ze ook joden. Ook de gereformeerde dominee J.B. Jansen helpt tientallen joden om onder te duiken.

Er zijn meer Doesburgers die hulp bieden. Tandarts W. Wijnen stopt met zijn praktijk in de Nieuwstraat om zich aan verzetswerk te kunnen wijden. Ds. G.L. Dalfsen van de remonstrantse kerk brengt haar onderduikster mevrouw Meijers-Polak via Ede naar Harderwijk. Bij thuiskomst zijn er twee joodse onderduikers in haar huis. Onderwijzer H. Kerkkamp wordt opgepakt vanwege zijn betrokkenheid bij ‘Vrij Nederland’ (Vrij Nederland was een verzetskrant tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog. De eerste uitgave verscheen op 31 augustus 1940. De naam werd geïnspireerd op die van de radiozender Radio Vrij Nederland.) Kerkkamp moet zelf onderduiken en mist daardoor de bevrijdingsfeesten in april 1945. 

Meer over Doesburgers in WO II

> Minizine Belegerd en Bevrijd

> Doesburg verliest haar hart
Doesburg Vertelt

> Stadsvertellingen 75 Jaar Vrijheid:
Freek Somsen, een man van verzet
De vogels van de vrijheid
Niet zwijgen maar getuigen
Wachten jullie op mij
In het spoor van de Kolibri
Van belegering tot bevrijding

> Ben Ubbink: Engelandvaarder, geheim agent en oorlogsheld | Een podcast in 4 afleveringen
Doesburg Vertelt

> Ben Ubbink: Engelandvaarder, geheim agent en oorlogsheld
Doesburg Vertelt

> De Gieterij in de oorlog
Doesburg Vertelt

> Het Drama van Doesburg 
Documentaire over de gebeurtenissen in Doesburg op 20 april 1944

> Frederik Hendrik Somsen 
HetHuisDoesburg

Instagram
WhatsApp