Ga naar de inhoud
‘De Kleine Bazar’

Tijdlijn Staarink Doesburg

1902 | Het begin
Opa Staarink startte in 1902 samen met zijn zus Ida Staarink ‘De Kleine Bazar’ in een klein pandje op de punt van de Kloosterstraat en de Kosterstraat. Uit het fotoalbum: “In de meimaand van het jaar 1902 opende opa Staarink (geboren in 1879 te Didam) met assistentie van zijn zus mejuffrouw Ida Staarink zijn zaak in borstelwerk, zemen en verfartikelen. Voor zijn schildersbedrijf huurde hij het pand in de Gasthuisstraat (naast het toenmalige postkantoor).” De tekst ‘De Kleine Bazar’ keerde in 2008 terug op de gevel.

Begin 1900
Google streetmap 2021

In de beginjaren werd al een breed assortiment artikelen verkocht, maar de keuze was niet zo ruim als tegenwoordig. Het kleine pandje was daarom groot genoeg. Opa Staarink was huisschilder, maar wel eentje die ook kon marmeren en houtimitatie kon schilderen. Opa was een echte vakman met speciale gereedschappen en kwasten. Vóór zijn huwelijk had hij een werkplaats en een winkel in de Gasthuisstraat, in het pand waar een kapperszaak zit, en in het verleden de antiekzaak van Navens.

1906
In 1906 kocht opa de panden op de Markt, nummers 7 en 9. Daar werd De Bazar gevestigd. Een winkel met toen nog toonbanken waar de gevraagde artikelen op werden gelegd. De winkel liep goed. Opa bouwde zijn werkzaamheden als schilder en aannemer stap voor stap af en verlegde zijn aandacht naar de winkel. In die eerste jaren werd er ook nog verf, behang, kokosmatten en vitrage verkocht, en werd gestart met de verkoop van huishoudelijke en luxe-artikelen.

1908 Groothandel van der Hart & Zoon
Uit een fotoalbum van de familie blijkt dat Opa Staarink al in 1908 contact onderhield met de groothandel van der Hart & Zoon, aan de Ketelstraat in Arnhem. Hij stuurt in dat jaar een briefkaart aan deze groothandel om zijn juiste adres te melden, namelijk H.A. Staarink aan de Groenmarkt in Doesburg. Zijn briefkaart vermeld dat hij een ‘R.K. Boekhandel en Advertentiebureau’ heeft in Doesburg.

Zie ook: Inkoopverenigingen

1909 | Huwelijk opa en oma in Doesburg
Uit het fotoalbum: “In 1909 trouwde opa met mejuffrouw J.T.G. Bruens, dochter van bakker Bruens-Gerritsen uit de Meipoorstraat in Doesburg.” Oma was 29 jaar en opa was 30 jaar en verver, net als zijn vader. Uit de huwelijksakte van opa en oma blijkt dat opa’s moeder winkelierster was in Didam; ook in die familie was men dus bekend met het winkelierschap.

Vanaf deze periode kwam er in de winkel een uitgebreider en groter assortiment aan artikelen. Oma Staarink-Bruens was van nature een goede zakenvrouw. Haar ouders hadden een bakkerswinkel in de Meipoortstraat en oma was gewend om in de winkel te staan. Zij en haar zussen hebben een middelbare schoolopleiding gehad. Dat was voor die tijd voor meisjes nog bijzonder. Het was de tijd van toonbanken, vitrines, kasten en laden waarin alles werd uitgestald en tevoorschijn gehaald om aan de klanten te tonen.

Zes kinderen
Er worden 6 kinderen geboren, waaronder Pauls vader Harrie (1911) en Tante Iet (1912). De meeste van deze kinderen gingen naar een Rooms Katholieke kostschool, ook de meisjes. Oma had het immers erg druk met de winkel. Uit het fotoalbum: “De zaak groeide en bloeide onder leiding van opa en oma. Opa stopte na de mobilisatie (1914-1918) met zijn schilders- en aannemersbedrijf, omdat de zaak veel tijd in beslag ging nemen.”

1915-1929 | Boekhandel en ‘postagentschap’
In de jaren 1915-1929 staan er advertenties in kranten waarin bijvoorbeeld een ‘Dienstbode’ of ‘R.K. Kinderjuffrouw’ zich aanbieden of gevraagd worden. De reactie moet gestuurd worden ‘onder letter’ naar Boekhandel H.A. Staarink in Doesburg. Uit een briefkaart uit het fotoalbum blijkt dat opa Staarink dus ook een Rooms Katholieke Boekhandel en advertentiebureau had.

RK Dagblad Het Huisgezin 18-9-1915
De Graafschapbode 10-7-1928

1918
Opa Staarink zorgt er in dit jaar voor dat de winkelruimten van panden 7 en 9 worden samengevoegd tot één geheel.

1919 | Advertenties
Het aanbod in soorten artikelen is in Bazar Staarink erg ruim en verrassend, zo blijkt uit advertenties in de Graafschapbode. Speelgoed naast Lederwaren, Kristal, Glas, Porselein en Nikkelwaren.

De Graafschapbode 21-11-1919
De Graafschapbode 28-11-1919
De Graafschapbode 28-11-1919

1923, 1924, 1925 | Grote merken
In 1923 adverteerde de Bazar met ‘grote merken’ speelgoed, zoals Meccano bouwdozen en Märklin treinen, die toen de speelgoedmarkt veroverden. Heel bijzonder en naar de tijdsgeest! Tegenwoordig zijn dit niet alleen ‘vintage’-artikelen op markplaats, maar hebben zij ook een plek gekregen in musea. Vaak hebben huishoudens ze nog. Bijzonder zijn ook ‘Gramaphoons en Platen’ en ‘Eau de Cologne’.

De Graafschapbode 27-11-1923
De Graafschapbode 28-11-1924
De Graafschapbode 27-11-1925

1924
Opa (H.A.) Staarink als lid van de katholieke Vincentiusvereniging, die zorg verleende aan katholieke armen in Doesburg.

Foto: Archief familie Staarink

1923-1927 | Internaat De Ruwenberg
Uit het fotoalbum: Hun zoon Harrie wilde geen schilder worden en ging naar de Handelsschool ‘De Ruwenberg’ in St. Michielsgestel, als voorbereiding voor het zakenleven. 

In zijn jonge jaren werd zoon Harrie naar dit katholieke internaat in Brabant gestuurd. Hij zat daar intern van zijn 12e tot zijn 16e jaar op de ‘Cour Superieure’, de Handelsschool van het internaat De Ruwenberg in Sint-Michielsgestel. Dit was één van de vele Rooms Katholieke kostscholen die werden geleid door de Fraters van Tilburg. In het archief in Sint-Michielsgestel vinden we de inschrijving van Harrie. Hij start op 10 september 1923 en verlaat de kostschool op 14 april 1927, en heeft er dus bijna 4 jaar doorgebracht.

Veel katholieke winkeliers stuurden hun zoons en dochters naar dergelijke opleidingen in Brabant en Limburg. Er was in die tijd voor hen nog geen ‘algemene’ handelsopleiding. Op dit soort kostscholen werden zij katholiek opgevoed en onderwezen in het ‘handelsvak’. Opa Staarink zal een dergelijke opleiding belangrijk hebben gevonden voor zijn zoon en opvolger. Ook de zussen zijn op een katholieke kostschool geweest. Dat was destijds heel gebruikelijk, ook al omdat oma de handen vol had aan de winkel.

Zie ook: Internaat Ruwenberg

1925
De Bazar in 1925 aan de Markt (voorheen Groenmarkt).

Ca. 1925 – Foto: Doesburg van toen en nu

1926 Advertenties
Al vanaf 1923 worden de artikelen verkocht uit de Gero-fabriek in Zeist (opgericht in 1912). Deze waren voor velen betaalbaar. Menig huwelijk werd gesloten met als huwelijkscadeaus producten van Gero, zoals het zondagse bestek. Ook de producten van Daalderop uit Tiel werden door de Bazar al aangeboden. Daalderop maakte huishoudelijke artikelen in de stijl van de nieuwe kunst, een strakke variant van de jugendstil. Het ging daarbij om serviezen, potten en schalen, ketels, en petroleum- en gaslampen.

De Graafschapbode 22-10-1926
De Graafschapbode 26-11-1926

1933 | Houten loods op de markt
In 1933 laat opa de gevel verbouwen. Dat was een grote stap en een grote verbetering. De gevel kreeg een prachtig uiterlijk in stijl van de Amsterdamse School. Tijdens de verbouwing heeft er een houten loods op de markt gestaan. De verkoop moest immers doorgaan! Architect was J.H.J. van der Poel in Doesburg. In 1932 vinden we ook een aanbestedingsadvertentie in de krant.

Graafschapbode 23-12-1932
Graafschapbode 04-01-1933
Graafschapbode 26-05-1933
Graafschapbode 13-01-1933
Graafschapbode 13-01-1933

1938 en 1939
In 1938 trouwt Harrie Staarink met Mejuffrouw F.E.M. (Liesbeth) Pierik en in 1939 neemt hij de zaak van zijn vader over. Maar Harrie krijgt te maken met de mobilisatie. Het fotoalbum: “Van het zakenverlof maakte hij ijverig gebruik om de etalages te vernieuwen.”

Zie ook: Staarink in oorlogstijd

1942 – 1954
De 7 kinderen Staarink werden geboren tussen 1942 en 1954, en werkten – als de school of de opleiding dat toeliet – allemaal mee in de winkel. Als er weer eens een verbouwing was, moest er bijvoorbeeld worden gesjouwd en gestoft. Soms ook moesten de vitrine met bijouterieën en portemonnees bij de kassa worden ‘bemenst’. Op drukke dagen zorgde één van de kinderen voor koffie en thee. Met Kerst werd moeder geholpen met het versieren van de winkel. Meewerken was voor alle kinderen vanzelfsprekend en al die handen hielpen de zaak ook groeien!

De winkel had een prachtige speelgoedafdeling, maar van verwennerij was geen sprake. De kinderen werden beslist niet met speelgoed overladen. Soms mochten ze in de winkel ‘winkeltje spelen’; dat was al heel bijzonder. Ook voor hun uitzet kwamen de lakens en het serviesgoed niet zomaar even uit de winkel. Daar moest voor worden gewerkt. Het kon dan wel tegen inkoopsprijs worden aangeschaft!

In deze jaren komen klanten in het voorjaar nog voor het hele jaar kleding en ondergoed inslaan. Als dat gebeurde konden ze plaatsnemen op een stoel en werd er koffie of thee gebracht. In het begin ging vader nog de bestelde goederen dan nog met een bakfiets wegbrengen, maar hij was wel één van de eerste middenstanders met een auto. De verhouding met met personeel was in bijna alle gevallen uitstekend. De meesten bleven lang in de winkel werken en de onderlinge verstandhouding was goed.

Lange tijd hadden de winkelstraten van Doesburg nog hun eigen vereniging, waarmee per straat dingen als Sinterklaas werden georganiseerd. Uiteindelijk kwam er een gezamenlijke vereniging, de Doesburgse Ondernemers Vereniging DOV.

De moeder van Paul kwam voor haar boodschappen bij meerdere slagers in Doesburg. misschien omdat een product bij de een lekkerder was dan bij de ander, maar ze deed het bewust, weet Paul. Hoe dan ook, ook de kinderen Staarink werden er ‘s zaterdags op uitgestuurd om lokaal de boodschappen te doen. De taartjes kwamen van bakker Wolf en het brood van Holweg, fijn in de buurt. Paul: “De warme lucht en geuren van bakkerij Holweg in de Kerkstraat staan me nog goed bij.”

Wonen achter en boven de zaak
Meerdere gezinnen uit drie generaties Staarink woonden door de jaren heen achter en boven de winkel. Alle zeven kinderen Staarink (Paul en zijn broers en zussen) zijn geboren in het bovenhuis van Markt 7. Na de aankoop van Markt 5 kregen alle zeven kinderen een eigen slaapkamer, waar ze rustig konden leren. In de jaren dat de kinderen nog klein waren was er een hulp in de huishouding, een periode zelfs voor dag en nacht. Later woonden vader en moeder in ‘De Lamoen’ in de Kosterstraat 27. Paul woont zelf ook nu nog boven de zaak.

1952 | 50-jarig bestaan | Een gouden jubileum
In 1952 werd het 50-jarig bestaan gevierd. Uit het familiearchief: “Kinderen met de hen door Staarink geschonken ballonnen zwermden door de stad. In de bazar toonde een zee van bloemstukken, hoezeer de zaak met het totaalbeeld van Doesburg is vervlochten.” 

1957 | Uitbreiding van de Bazar
In 1957 vond een van de vele uitbreidingen plaats van Bazar Staarink. In dat jaar werd het naastgelegen pand van Jansen bij de zaak gevoegd. Later volgde nog de sigarenwinkel van Schrader.

1961
In 1961 overlijdt oma Staarink-Bruens op 81-jarige leeftijd. Zij heeft tot op hoogte leeftijd doorgewerkt. Ze vond het niet gemakkelijk om te moeten stoppen met werken. Paul: ‘Het werk was haar lust en haar leven.”

1962 | Een nieuwe gevel
In 1962 plaatst de vader van Paul een nieuwe pui. De winkel wordt gemoderniseerd. De inmiddels 83-jarige Staarink sr. verrichtte zelf de openingshandeling, samen met zijn beoogd opvolger. Dat dat uiteindelijk niet zijn oudste zoon zou worden wisten ze toen nog niet.

De nieuwe gevel

1968 | Drie generaties Staarink op de foto

Drie generaties Staarink

1969
Op 22 april 1969 overlijdt vrij plotseling op 89-jarige leeftijd opa Staarink. Het overlijdensbericht in de krant zegt: “Een lieve zorgzame vader, opa en overgrootvader.” Opa is ‘begiftigd met het erekruis ‘Pro Ecclesia et Pontifice’, een pauselijke onderscheiding voor bewezen diensten aan de Rooms-Katholieke Kerk.

De Maasbode 20-11-1948
Volkskrant 24-04-1969

Jaren zestig
In de jaren zestig is Paul al vaak in de winkel te zien. Na het behalen van zijn vakdiploma’s is het de bedoeling om elders praktijkervaring op te doen, net zoals zijn vader heeft gedaan vóór die de zaak ging overnemen. Daar komt het helaas niet van. Vader wordt ziek en Paul komt wat eerder volledig in de zaak dan gepland.

1974 | Overname door Paul en verbouwingen
Paul: “Wat 120 jaar geleden aan de Kloosterstraat begon als ‘De Kleine Bazar’ werd in de tijd van opa en oma ‘Bazar Staarink’ aan de Markt. Die naam dekte de lading niet meer. De winkel en het aanbod werden in de jaren groter en groter. Mijn vader voerde daarom de naam ‘Warenhuis Staarink’ in.” Paul wijzigt later zelf de naam in ‘Staarink Warenhuis’ en laat een nieuw logo ontwerpen. De S krijgt een mooie krul, waar hij nog steeds heel content mee is.

1977 | 75-jarig bestaan
In 1977 geeft Paul een speciale krant uit; een bijzondere bijlage van het Doesburgs Streekblad. De krant bevat informatie over de winkel en foto’s van de drie generaties Staarink: opa, vader en Paul. Ook tante Iets wordt genoemd. Paul: “Tante Iet is zeer belangrijke geweest in de ontwikkeling van de winkel. Dankzij haar is de textiel erbij gekomen.” De feestelijke heropening is op 21 juni 1977 en wordt verricht door Harrie Staarink, de vader van Paul.

1979 – 2007
Na de overname zijn er heel wat kleine en grote verbouwingen. Soms worden muren weggebroken. Markt 5, 7 en 9 zijn inmiddels met elkaar verbonden. In 1979 wordt ook Markt 1 aangekocht en bij de winkelruimte getrokken. In 1984 wordt de winkelpui aangepast en in 1997 wordt aan de achterkant uitgebreid. In 2007 wordt de pui van Markt 7-9 teruggebracht in de stijl van 1930, de Amsterdamse School. De panden Markt 1, 3, 7 en 9 staan sinds 2014 op de gemeentelijke monumentenlijst. Paul: “Als je er zo op terugkijkt, zijn er heel wat stappen genomen.”

1988
Vader Harrie Staarink overlijdt. De oudste zus van Paul neemt de taken van Tante Iet over.

2002 | Het 100-jarig bestaan
Het 100-jarig bestaan wordt niet gevierd. Het kwam dat jaar niet goed uit en er kon niet voldoende aandacht aan worden gegeven. Paul: “Je moet zoiets goed doen of je moet het niet niet doen; halfslachtig heeft geen zin.”

2022 | Het 120-jarig bestaan

Instagram
WhatsApp