Karel van Gelre
Karel van Egmond, later Karel van Gelre genoemd, vecht zijn hele leven om het hertogdom Gelre zelfstandig te houden. Hij heeft twee grote partijen als tegenstanders: de Bourgondiërs en de Habsburgers. Om weerstand te bieden aan deze veel sterkere tegenstanders gebruikt Karel diverse tactieken.
Op het slagveld is hij zelf een goed strateeg, die wordt bijgestaan door een uitstekend legeraanvoerder, Maarten van Rossum. Dat Van Rossum, die menige slag voor Karel wint, zich herhaaldelijk schuldig maakt aan plunderingen en moordpartijen op burgers, kan Karel niet boeien.
Buiten het slagveld gebruikt Karel andere politieke handigheidjes. Hij weet slim te trouwen en zoekt de juiste vrienden die hij op een geschikt moment weer even gemakkelijk laat vallen. Hij sluit verdragen die hij vergeet als dat hem beter uitkomt en legt de bevolking zware schattingen op als er weer een nieuwe oorlog moet worden gefinancierd.
Een pesthekel aan de Habsburgers
Als hij daartoe zijn kan schoon ziet schroomt Karel niet om ook zelf gebied te veroveren. Op het toppunt van zijn macht beschikt hij behalve over Gelre ook over het gebied dat we tegenwoordig aanduiden als de provincies Overijssel, Drenthe, Groningen en Friesland. Karels belangrijkste motivatie is steeds om overal de Habsburgers te bestrijden. Om die reden richt hij het vizier ook naar het westen, waar zijn legeraanvoerder in 1527 zelfs Den Haag plundert. Dat wordt zijn tegenstanders echter te gortig en Karel moet bakzijl halen.
De Roode Tooren
Ook de stad Doesburg moet meebetalen aan de kostbare oorlogen en dat gaat bepaald niet vrijwillig. Karel laat in Doesburg zelfs een zogenaamde dwangburcht bouwen die voor een belangrijk deel bestaat uit een gevangenis, De Roode Tooren. Hier werden stadsgenoten die de opgelegde belastingen niet willen of kunnen betalen opgesloten. Na een verblijf in de Roode Tooren kwam het geëiste bedrag vaak alsnog op tafel.
Ook op godsdienstig gebied legt Karel de bevolking graag zijn wil op, hoewel over hem ook is geschreven dat hij ‘ … net als Willem van Oranje … tolerant is jegens andersgelovigen …’. De bewoners van het Fraterhuis in Doesburg zullen het met die uitspraak niet eens zijn geweest.
Karel sterft in 1538 in Arnhem. Hij wordt opgevolgd door hertog Willem van Kleef. Deze mist echter het tactische en politieke inzicht van Karel en wordt in 1543 door keizer Karel V gedwongen om het hertogdom Gelre af te staan aan het Habsburgse Rijk.
Grootste Gelderlander
Karel is het in gelijksoortige omstandigheden steeds gelukt om Gelre zelfstandig te houden of om opnieuw zelfstandigheid te verkrijgen. Die verdienste van hertog Karel heeft het Gelderse publiek enkele jaren geleden doen besluiten hem tot grootste Gelderlander aller tijden te promoveren. Op het Jansplein in Arnhem staan een standbeeld van hem.