Rudi Danker, doldwaze DSG’ers en een geweldige optocht
Het Doesborghse Schaakgenootschap biedt behalve op de 64 velden ook spektakel van een ander niveau. Als het genootschap 125 jaar bestaat, zal de stad dat merken ook. Kosten noch moeite worden gespaard voor een feestelijk programma. Dit keer niet alleen wijn en ‘een fijne sigaar’, maar een feestelijke optocht door de stad.
Rudi Danker
In een editie van het clubblad Aanzet van Schaakclub Hoogeveen uit 1997 schrijft Rudi Danker zijn herinneringen op aan het Doesborghse Schaakgenootschap. Hij woont op dat moment twee jaar in Hoogeveen omdat zijn werkgever, KNP BT Packa, besloten heeft om het centraal laboratorium in Doetinchem op te heffen. Gelukkig blijken Dankers twee belangrijkste hobby’s, schaken en fietsen in zijn nieuwe woonplaats prima uit te voeren. Er is een leuke schaakclub, met ‘gelukkig ook hier na afloop de bar!’ en een prima fietsomgeving.
Schaaklessen op school
In het stuk vertelt Danker dat zijn schaakverleden wordt beheerst door DSG. Hij legt uit dat hij als klein jochie in 1976 naar de vereniging is gelokt omdat die in de gaten heeft dat hij veel plezier heeft in de schaaklessen die DSG op scholen geeft.
Leuke jeugdafdeling
‘Ze hadden in die tijd’, aldus Danker, een leuke jeugdafdeling van ongeveer 10 kinderen, ‘een behoorlijk aantal, afgezet tegen de pak hem beet 15 senioren’. ‘De drijvende kracht in de vereniging was op dat moment Jan Vervoort maar eigenlijk’, zo schrijft hij, ‘is het altijd een opvallend actieve vereniging geweest.’
Een echt spektakelfeest
Er zijn volgens Danker doldwaze mensen bij DSG ‘voor wie geen zee te hoog’ gaat en die ‘met hart en ziel voor de vereniging bezig zijn’. Hij is dan ook ‘buitengewoon trots’ nog steeds bij DSG betrokken te zijn, zeker in het daaropvolgende jaar, als de vereniging 125 jaar bestaat! ‘Dit kleine DSG zet heel Doesburg, wat zeg ik, heel schakend Nederland op z’n kop. Niet met een simultaan of toernooitje, maar met een echt spektakelfeest voor de hele stad; natuurlijk wel in de sfeer van het schaken.’
Dankers verhaal gaat nog een tijdje door, en bij zijn opsomming van alle activiteiten noemt hij een ‘geweldige optocht waarin de geschiedenis van het schaakspel wordt uitgebeeld’.