Het verhaal van Johanna en Jacob
Die ‘Verliefde soldaat’, het uitgangspunt van de zoektocht van Bert Stulp, verbeeldt het idee van soldaten in Doesburg die verliefd worden op lokale liefjes. Bij het schrijven van dit verhaal was er wel een probleem: Er zijn archieven vol huwelijksactes, geboortenregisters en namen van soldaten die in Doesburg hebben gediend. Maar een romance, een liefdesverhouding tussen een soldaat en een Doesburgse schone uit pak-hem beet – de 19e eeuw? Dat zijn gegevens die nooit zijn vastgelegd. Waar begin je dan? Hoe maak je een historisch verantwoord verhaal?
Lees in ‘Het verhaal over het verhaal’ hoe dat in zijn werk ging.
Willem de Vries is tussen 1859 en 1883 bakker in het pand aan de Koepoortstraat dat nu bekend staat vanwege het opschrift op de gevel: Doesburgsche Moppen. Willem komt uit Oosterbeek maar trouwt met de dochter van het oude Doesburgse bakkersbedrijf Van Raaij. Het echtpaar krijgt twee kinderen. Johannes, die in 1860 geboren wordt, overlijdt op 21-jarige leeftijd. Hij is klerk bij Waalspoor, een bedrijf dat niet meer is te traceren. Daarna volgt, in 1863, een meisje, Johanna Gijsbertha. Johanna is één van de hoofdpersonen in dit verhaal.
Rond 1880 woont in Doesburg ook de familie Lind. Vader Jacob is militair. Hij wordt in Doesburg bevorderd van korporaal naar sergeant. Zijn moeder is Maria Liefhebber. Jacob was eerder gelegerd in Gorinchem, waar de oudste zoon Jacob junior wordt geboren. De familie woont de eerste jaren in Doesburg in de Kloosterstraat. Later verhuist het gezin naar de Koetsveldstraat. De familie Lind krijgt de nodige tegenslagen te verwerken. In 1873 overlijdt hun zoontje Hendrik. Hij wordt maar 3 dagen oud. Tien jaar later moet het gezin ook afscheid nemen van dochtertje Hillegonda. Zij sterft als ze 6 jaar oud is.
Zwanger: en wat nu?
Het is 1887: in huize De Vries knettert het. Johanna biecht op dat ze zwanger is. De aanstaande vader: de jonge Jacob Lind. Het is in die tijd een absolute schande om ongehuwd zwanger te zijn. We weten niet hoelang Jacob en Johanna dan al een relatie hebben. Het ligt voor de hand dat hun verhouding is ontstaan toen Jacob nog thuis woonde, bij zijn ouders in Doesburg, maar in 1887 is hij als militair gelegerd in Arnhem.
Willem, de vader van Johanna, doet de bakkerij in 1837 over aan Albert Maandag. Maandag komt uit Warnsveld. Het pand aan de Koepoortstraat blijft wel in zijn bezit. Wat Willem daarna in Doesburg is gaan doen, is niet bekend.
Nadat Johanna heeft verteld dat ze zwanger is gaan de ontwikkelingen snel. Het is niet helemaal duidelijk waarom wordt besloten om te verhuizen van het vertrouwde Doesburg naar het verre Den Haag, maar veel duidt erop dat de zwangerschap een belangrijke rol speelt. Mischien speelt de schande in het provinciale en behoudzuchtige Doesburg een rol. De keuze voor Den Haag heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat de ouders van de aanstaande vader hier inmiddels wonen.
Op 27 december 1887 vertrekt Willem de Vries met vrouw en dochter uit Doesburg naar de Hofstad. Willem wordt daar ‘opzichter’. Vrij kort daarna, op 11 januari 1888, trouwen Jacob en Johanna.
Dit is de (waarschijnlijke) huwelijksfoto van Johanna en Jacob. Johanna woont dan in Den Haag maar is twee weken daarvóór nog inwoner van Doesburg.
Johanna moet hier al hoogzwanger zijn maar de kleding die ze draagt, verhult dit grotendeels. Dat is gebruikelijk in die tijd.
De huwelijksaankondiging van Jacob en Johanna is opgenomen in de Het Vaderland van 24 december 1887. Dit is dus net vóór het vertrek naar Den Haag. Het stel is dus ook al eerder naar deze stad geweest om het huwelijk voor te bereiden en mogelijk ook om een woning te zoeken.
In de huwelijksacte zien we dat moeder Maria niet bij de plechtigheid aanwezig is. Waarom is niet duidelijk. De acte vermeld verder dat dat vader Willem ‘consenteerende’ is, dat wil zeggen dat hij met het huwelijk instemt.
Toch doet hij dit niet van harte, sterker nog, hij verzint een list om zijn onvrede te laten blijken zonder dit expliciet te hoeven zeggen. Wanneer hem namenlijk verzocht wordt de acte mede te ondertekenen, verklaart hij dat hij niet kan schrijven. Hij weigert dus te ondertekenen en daarmee het huwelijk toch goed te keuren. Dat hij wel degelijk zijn handtekening kan zetten, bewijst de handtekening onder acte van zijn eigen huwelijk, enkele tientallen jaren eerder.
Gelukkig heeft de hoogste leidinggevende van Jacob, een kolonel uit Arnhem, wel zijn toestemming verleend. Dit is in die tijd nog noodzakelijk. Na het huwelijk wordt Jacob overgeplaatst naar Den Haag waar hij bij defensie een bureaufunctie krijgt.
Hier ziet u een foto van Jacob Lind, trots poserend in zijn militaire uitgaanstenu. Jacob is onderdeel van het Regiment Garde Grenadiers en is hier opgeklommen tot de rang van luitenant. Achterop de originele foto staat: 14 september 1912. Hij moet hier dus 48 jaar zijn geweest.
Na het huwelijk in Den Haag op 11 januari 1888 wordt al op 17 februari 1888, dus ruim een maand na de huwelijkssluiting, bij Johanna een meisje geboren: Martha Maria. Na Martha Maria volgen er nog drie kinderen. In 1889 wordt weer een meisje geboren: Hillegonda Johanna Jacoba. Zij overlijdt echter nog in dat zelfde jaar. In 1891 volgt Wijbo Woutherus en in 1892 Anton Adriaan.
Moeder Maria Adriana overlijdt in 1890, Willem volgt in 1906. Opvallend is dat elk kind twee namen krijgt met steeds dezelfde voorletter. Johanna en Jacob hadden immers ook dezelfde voorletter. Martha Maria, het eerste dochtertje, is 61 jaar geworden en nooit getrouwd geweest.
Johanna verruilt het tijdige voor het eeuwige in 1932, bij Jacob gebeurt dit in 1944. Hij is dan 80 jaar. Alleen Anton krijgt een nakomeling. Dit wordt Anton Adolf oftewel Tonny, later Ton genoemd. Ton krijgt weer twee dochters, Fanny (Stéphanie Johanna) en José (Joséfine Henriëtte).
Joséfine Henriëtte, José, woont tegenwoordig in Zeeland. Zij vertelde dat er in 1945 een Duitse V2 op het huis van de familie Lind in Den Haag terecht is gekomen. De vrouw van Anton, die toen al weduwe was, is hierdoor omgekomen maar zoon Tonny, die in een ander deel van het huis aanwezig was, kwam er ongedeerd vanaf.
De meeste familiestukken, waaronder mogelijk nog foto’s uit de tijd in Doesburg, gingen bij het bombardement verloren. Toch zijn er enkele vooroorlogse foto’s in het familiearchief bewaard gebleven. José stelde die aan Doesburg Vertelt beschikbaar. Jammer genoeg zijn er geen verhalen van de familie overgeleverd omdat vader Ton, die in 1987 plotseling is overleden, nooit over het verleden heeft willen spreken. Waarschijnlijk had dat te maken met de traumatische gebeurtenissen uit de oorlog.
Colofon
Research en tekst: Bert Stulp
Met dank aan: José Lind, Cees Duindam
Bronnen:
Delpher, Het Vaderland, Haagsche Courant. De Avondpost
Haags Gemeentearchief
Familiearchief José Lind
liemersverleden.nl
v2platform.nl
Flickr
Eindredactie: Theo Maas
Vormgeving: Han Jansen
Doesburg, juli 2023
Meer weten?
Trouwen op maandag
Johanna en Jacob trouwden in De Haag, op 11 januari 1888, een maandag. Wie vandaag de dag in de Hofstad trouwt en goedkoop uit wil zijn kan op maandag gratis trouwen. Of dat ook voor Johanna en Jacon de reden was om voor een maandag te kiezen, weten we niet. Wel blijkt uit gegevens van het Haags Gemeentearchief dat op maandag 11 januari 1988 maar liefst 12 huwelijken werden voltrokken, en ook nog eens ééntje afgelast.
Gevelstenen en straatmeubilair
In ‘Het verhaal over het verhaal’ kunt u lezen hoe de Doesburgsche Moppen op de gevel van Koepoortstraat 12 uiteindelijk leidden naar het verhaal over Johanna en Jacob. Als u meer wilt weten over andere teksten en stenen op Doesburgse gevels, bekijk dan de aflevering van september 2021, over Gevelstenen en ‘straatmeubilair’ in Doesburg.
Een stad met een militaire geschiedenis
Op verschillende plaatsen in Doesburg is nog te zien dat de stad een lange militaire geschiedenis heeft.
Lees verder >
Aan de Rooseveltsingel, in het plantsoen bij de Halve Maanweg, getuigt een restant van het voormalige militaire badhuis nog van de aanwezigheid van soldaten in de stad. In de Kloosterkazerne, nu Kloosterstraat 13, waren vertrekken voor onderofficieren en 96 soldaten. De Mauritskazerne werd in de nacht van 4 op 5 april 1945 door de Duitsers in brand geschoten en brandde af. De exercitieloods aan de Barend Ubbinkweg maakte deel uit van de Mauritskazerne, en is nu een winkelpand. Het Arsenaal, in 1732 in gebruik genomen als magazijn voor de opslag van geschut, munitie en ander materiaal, is tegenwoordig een multifunctioneel centrum. In de Arsenaal kelders wordt hard gewerkt aan het bezoekerscentrum Doesburg Vertelt.
Kijk op Vestingstad Doesburg voor meer informatie over militaire gebouwen in de stad.
Over de auteur
Bert Stulp, 75 jaar. Studeerde Sociale Geografie Rijksuniversiteit Groningen. Heeft gewerkt als leraar aardrijkskunde in Hengelo-Overijssel. Specialiseerde zich na zijn pensionering in verdwenen dorpen in Nederland en publiceerde hierover een serie van 5 boeken (ISBN: 9789079538096). Richt zich nu op de lokale Doesburgse geschiedenis, met onder andere de brochure ‘Vijf bijzondere Doesburgse gevelopschriften’ voor Monumentenvereniging Doesburg en verhalen op Doesburg Vertelt. Is getrouwd met Antoinette en heeft 3 eigen- en 3 bonuskinderen en 13 kleinkinderen.