De hoofdrolspelers in Doesburg
Teet Witjes
De Telegraaf omschrijft Teet Witjes als een ‘kelner’, maar hij is de broer van de beheerder van het toenmalige RK parochiehuis in de Kloosterstraat. Bij de publicatie van deze editie heeft het onderzoeksteam van HetHuisDoesburg nog geen Doesburgers kunnen vinden die zijn verhaal kunnen navertellen, ook zijn broer (de beheerder) niet. We kennen alleen het heldhaftige verhaal uit de Telegraaf en andere kranten van 1966.
‘Tegen half twaalf zaterdagavond kwam de eerste melding binnen. In het parochiehuis, waar een balavond ten einde liep, ‘genoot’ de Duitser onverstoord van een consumptie aan de bar. Toen de broer van de beheerder, de heer J. Witjes, de gevulde kas naar boven wilde brengen, volgde de Duitser hem omzichtig. Op de trap ontstond een handgemeen waarbij de heer Witjes zijn belager naar beneden wist te schoppen. Die trok toen zijn revolver, maar het schot stuitte af op het linker sleutelbeen. De Duitser rende de bibliotheek binnen en verstopte zich. In het nauw gedreven stortte hij zich vervolgens door een spiegelruit, voorlopig de vrijheid tegemoet.’
Overste de Beaufort en kapitein P.J. H. Leers
Overste Jhr. B. (Barthold Willem Floris) de Beaufort van de Rijkspolitie was landelijk al bekend sinds medio jaren 50 als ‘jager op stropers’ op de Veluwe. Hij was in 1966 de commandant van de rijkspolitie van het district Apeldoorn en waarnemend commandant van het district Doetinchem. Na de meldingen van zijn agenten die avond reed hij persoonlijk naar Doesburg om zich met de leiding van de opsporingsactie te belasten. Hij besloot het zekere voor het onzekere te nemen. Hij schakelde 40 politie mensen in en gaf ze strikte opdracht de wapens pas op het allerlaatste moment te gebruiken. Ook liet hij alle toegangswegen naar Doesburg afgrendelen.
De bromfiets bezittende jeugd van Doesburg
Op zondag 22 mei om 7.30 uur rijden 4 mobilofoonwagens van de politie door Doesburg om de burgerij in te lichten over de jacht op de gangster. Vanaf dat moment volgden tips waar de jongeman (Emanuel S.) zich schuil hield. De bromfiets bezittende jeugd biedt aan om de agenten die in reserve worden gehouden, bij alarm snel door de nauwe straatjes te vervoeren. Het aanbod wordt dankbaar geaccepteerd.
De zusters van Sint Jozef
Een zuster van het meisjespensionaat van de Zusters van Sint Jozef in de Kloosterstraat ontdekte rond 10.00 uur op zondagmorgen 22 mei dat de Duitser zich in het keldergewelf van het pensionaat schuil hield. Weer kneep hij er tussenuit.
De wachtmeesters De Jong en Bos
De benjamin van het Doesburgse politiekorps, de 23-jarige wachtmeester De Jong, fluiten de kogels om de oren, maar hij rent door, zigzaggend over de straat, achter de gangster aan. In de tuin van dr. Van de Velden in de Ooipoortstraat zoeken de wachtmeesters De Jong en Bos dekking. Ineens horen zij geritsel in een bosje achter in de tuin. Van twee kanten naderen zij de struiken. Op enkele meters springt Emanuel S. uit het groen, maar voordat hij kan schieten, hebben de agenten hem besprongen en na een korte worsteling in een knellende houdgreep. Aldus de Telegraaf in 1966.