Ga naar de inhoud
De plek van het filiaal van de Doetinchemse gemeentespaarbank aan de Kerkstraat 39, Hier vond de bankoverval plaats. Links, op nummer 37, was in 1970 kapsalon Regeling gevestigd. Deze had het pandje rechts verhuurd aan de gemeentespaarbank. Van binnenuit waren beide panden met elkaar verbonden.

Verdrietige zaak veroorzaakte schokgolf door heel het land

Zij heet Wilhelmina, hij Bennie en de kinderen Jan, Ted, Benneke, Antoinette en Jolanda. De meeste Doesburgers kennen haar niet anders dan Mientje. Soms zijn de ruzies in huis zo heftig dat de buren de politie bellen. Als de dienders dan komen, sturen ze Bennie de straat op. Tegen haar zeggen ze: “ … vergooi je leven toch niet zo, ga toch van hem af, je bent nog zo jong, je hebt nog een hele toekomst voor je”. Ze geeft de politie dan gelijk, maar een volgende keer laat ze hem toch weer binnen. Van scheiden komt al helemaal niets. Eigenlijk is Wilhelmina niet te helpen.

Wilhelmina in 1970. Bron: de Telegraaf

Als ze opnieuw weer zwanger wordt, knapt er iets bij haar. Ze ziet het allemaal niet meer zitten. Ze heeft geld nodig en wel veel geld. 2000 gulden om precies te zijn. Een gigantisch bedrag voor haar, in een tijd dat het minimumloon 141 gulden in de week is. 2000 gulden, dat zou nu ruim 5000 euro zijn …

Het huisje in de Windmolenstraat, nu onderdeel van het huis van de familie Kruk. Bron: de Telegraaf

Maar die 2000 gulden is wél het bedrag dat ze volgens haar arts nodig heeft om een abortus te ondergaan. Wilhelmina wil koste wat kost voorkomen dat er nog een kindje in deze ellendige situatie moet opgroeien, maar in 1970 zijn de mogelijkheden om in Nederland een abortus te laten uitvoeren niet zo goed als tegenwoordig. Er is in heel Oost-Nederland geen vrouwenarts die de abortus wil uitvoeren. Haar arts regelt dan ook een plek in het academisch ziekenhuis in Utrecht. Daar blijkt dat zij, als iemand van buiten, moet wachten totdat er ruimte is om haar te helpen.

Maar Willemien heeft haast, en zo lang kan en wil ze niet wachten. Dan is er volgens de huisarts nog maar één optie over. In Engeland worden in die tijd abortussen zonder wachttijd uitgevoerd. Daar wil ze naar toe. Maar dat kost dus in totaal wel 2000 gulden. En die heeft ze niet. Ze heeft zelfs nauwelijks geld om haar kinderen elke dag een goede maaltijd te geven.

Een roekeloos plan

Dan bedenkt ze een even gedurfd als roekeloos plan. Als ze nu eens een bankoverval zal plegen? Dat zal haar de gevraagde 2000 gulden kunnen opleveren en misschien nog wel meer – om een goed onderdak voor de kinderen te regelen als zij in Engeland verblijft.

Het plan moet worden uitgevoerd op maandag 13 juli 1970. Het is een mooie zomerse dag, half bewolkt en een graad of 24. Feyenoord heeft de maand ervoor als eerste Nederlandse club de Europacup gewonnen. In het Kralingse bos in Rotterdam is net het eerste grote muziekfestival ‘Holland Pop Festival’ achter de rug, de Nederlandse versie van het Amerikaanse Woodstock.

Wilhelmina realiseert zich dat een vrouw niet voldoende ontzag zal inboezemen bij de kassière van de bank. Daarom heeft ze van te voren mannenkleren geregeld. Voor een verdere camouflage lijkt een ijsmuts haar wel geschikt. Ook heeft ze ergens een alarmpistool geregeld.

Café Centraal

Ze gaat eerst op verkenning uit. Ze moet zeker weten dat er maar één persoon in het bankfiliaal aanwezig is. Ze doet de deur open, kijkt even snel naar binnen, mompelt dan iets van ‘oh sorry’ en verdwijnt even snel als ze is gekomen. Óp van de spanning, besluit ze om zich eerst wat moed in te drinken bij café Centraal op de Markt. De uitbater kent haar blijkbaar goed en ziet dat er iets aan scheelt. Hij vraagt daarom of het wel goed met haar gaat. Opeens barst ze in een hevige huilbui uit. Hij geeft haar een glaasje fris en probeert haar te kalmeren. Plotseling is ze verdwenen, zonder ook maar één woord te hebben gewisseld.

Nu gooit ze alle twijfels van zich af. In haar huisje aan de Windmolenstraat kleedt ze zich om als een manspersoon, met militaire kledij. Ze doet haar muts op, pakt haar neppistool en vertrekt op de fiets naar de spaarbank aan de Kerkstraat. Haar oudste zoon Jan heeft ze opdracht gegeven om ‘even’ op de broertjes en zusjes te passen.

Eenmaal binnen in de bank heeft haar uitdossing alleen al zoveel effect op de enige aanwezige bankmedewerkster dat die volledig in paniek raakt. Zonder aarzeling doet ze de volledige inhoud van de kas in de meegebrachte boodschappentas. Het blijkt ongeveer 5700 gulden te zijn, naar huidige maatstaven bijna 15000 euro. De medewerkster rent in paniek de gemeenschappelijke gang met de kapsalon in en roept dat ze is beroofd.

Kapper Regeling

De zoon van de kapper, Henk Regeling en een vriend van hem die daar aanwezig is, Johan Visser, komen op het gegil af, rennen naar buiten en zien dan nog net een persoon met een ijsmuts op uit het zicht verdwijnen. Ze besluiten ‘hem’ te volgen en zien nog net dat ‘hij’ een huisje in de Windmolenstraat binnengaat.

De snel gewaarschuwde politie belt op dat adres aan en vraagt aan de vrouw die open doet of ze zojuist een man heeft binnengelaten. Ze ontkent. Toch wil de politie graag even binnenkijken en ziet dan militaire kleding aan de kapstok hangen. In de kamer vinden ze de tas met al het geld er nog in.

Naar het politiebureau

Toch probeert Wilhelmina zich er nog met een smoesje uit te redden, maar dit zal haar niet helpen. Ze wordt gearresteerd en naar het politiebureau in de Roggestraat gebracht. Daar wordt de inmiddels wat gekalmeerde bankmedewerkster ook naar toe gebracht. Bij een confrontatie met de overvalster moet de medewerkster uitsluitsel geven of de persoon vóór haar, dezelfde persoon is die haar met een pistool heeft bedreigd.

Gezien haar vermomming en de toestand van hevige paniek, is dat nog geen gemakkelijke opgave. Maar dan herinnert ze zich opeens de vrouw die een uurtje eerder zogenaamd per ongeluk het kantoortje had in gekeken en toen weer snel was vertrokken. Vooral de rode jurk die ze toen en ook nu weer aan heeft, is haar toen opgevallen. Dan is de beslissing niet moeilijk meer. Dit is de echte bankovervaller! Op de vraag of ze niet had opgemerkt dat de overvaller een vrouw was, antwoordt ze dat dat haar, gezien de vermomming en de wat zware, doorrookte stem, inderdaad niet is opgevallen.

Collectief schuldbesef

Wanneer het nieuws van de bankoverval in Doesburg bekend wordt, is de schok groot. De meeste mensen die haar kennen, weten in welke benarde situatie Wilhelmina zit. Er groeit een collectief schuldbesef dat niemand ooit een poot naar haar heeft uitgestoken.

Als Wilhelmina na twee dagen alweer wordt vrijgelaten wordt er van alle kanten hulp aangeboden. De 115 gulden bijstand per week wordt met een speciale regeling sterk verhoogd. De NVSH, de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming, biedt hulp aan bij het vinden van een abortusplek en de schulden die ze heeft bij diverse winkels, worden kwijtgescholden. Wilhelmina krijgt een rustplek aangeboden en de kinderen worden ondergebracht in een kindertehuis.

Alleen haar man Bennie toont geen berouw. Hij lacht haar vierkant uit als hij hoort dat ze als man verkleed een bank heeft overvallen. Als ze haar veilige rustplekje na een week weer moet verlaten kan Wilhelmina niet terug naar haar huis. Daar heeft man Bennie inmiddels weer zijn intrek genomen.

Naar Arnhem

Wilhelmina vertrekt naar Arnhem waar ze van het ene logeeradres naar het andere gaat. Gelukkig krijgt ze gratis juridische bijstand, want er hangt haar nog steeds een proces boven het hoofd. Ook gemeente Arnhem zoekt inmiddels een woning voor haar. Volgens de artsen is ze overspannen en mag ze nog niet werken. Trouwens, welke werkgever wil haar nog, als die haar geschiedenis kent? Zolang ze geen werk vindt kan ze ook haar kinderen niet onderhouden. Die blijven in het kindertehuis. Een bijna uitzichtloze situatie. Hoe loopt dit af?

Wilhelmina in Arnhem.
Bron: de Telegraaf

Anderhalf jaar later, het is dan januari 1972, buigt de rechtbank in Arnhem zich over de zaak. We lezen in de krant dat het een verdrietige zaak is die de rechtbank te behandelen krijgt. De niet gewenste zwangerschap van Wilhelmina is in een ziekenhuis in Rotterdam beëindigd. Daar heeft de NVSH voor gezorgd.

Uitzonderlijke persoonlijke nood

Uiteindelijk heeft de rechtbank een straf toegepast die geen opsluiting tot gevolg heeft. De rechtbank heeft laten meewegen dat de vrouw de overval heeft gepleegd in een toestand van uitzonderlijk persoonlijke nood.

Wilhelmina uit Doesburg is met haar wanhoopsactie wel de eerste vrouwelijke bankovervaller in Nederland geworden. Pas vijf jaar eerder, in 1965, vond in Nederland de eerste geslaagde bankoverval in vredestijd plaats.

Landelijke aandacht

Landelijk krijgt deze zaak bijzonder veel aandacht. In vrijwel alle Nederlandse kranten, van de Telegraaf tot de Volkskrant en van de Leeuwarder Courant tot de Zierikzeesche krant is het verhaal van Wilhelmina terug te vinden. Ook de buitenlandse pers krijgt lucht van deze gebeurtenis. Zo verschijnt in de Duitse ‘Neue Revue’ van 2 augustus 1970 een groot artikel. 

Colofon

Research en tekst: HetHuisDoesburg

Bronnen:

NOS Nieuws 2020 op Youtube
Wikipedia
Wikimedia Commons
Edward den Doop
Neue Revue
Atria, Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis
Doesburgse getuigen en betrokkenen

Eindredactie: Theo Maas
Vormgeving: Han Jansen

Doesburg, februari 2024

Meer weten?

De NVSH 

Variant in Pop Art-stijl uit 1973 op het bekende affiche: Your country needs you
[klik/tik voor groot]

De NVSH, de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming, werd opgericht in 1946 als voortzetting van de Nieuw-Malthusiaanse Bond, die in 1881 ontstond. De vereniging maakte zijn grootste bloeitijd door in de jaren 60. Er waren toen meer dan zestig consultatiebureaus voor anticonceptie en seksualiteit. In 1966 waren er 220.000 leden.In 1971 werd er een stichting Directe Hulpverlening NVSH opgericht om mensen te helpen met geboorteregeling; deze stichting nam in september 1971 de abortuskliniek van dokter Schlebaum in Den Haag over. In mei 1972 werd vanuit de NVSH een abortuskliniek in Zwolle geopend.

Dolle Mina

Dolle Mina’s in de redactielokalen van Margriet in 1970. Bron: Wikipedia
[klik/tik voor groot]

Het feit dat de problemen van een vrouw zo hoog kunnen oplopen dat ze geen andere uitweg meer ziet dan een bankoverval te plegen, veroorzaakte in 1970 een schokgolf door heel het land.

Op 20 februari 1970 viel een groep Dolle Mina’s de kantoren van de De Geïllustreerde Pers binnen onder het motto ‘Er zit een luchtje aan de damesbladen’ (de uitgever verzorgde onder andere de distributie van het tijdschrift Margriet). Op de redactie van Margriet werd met luchtverfrissers gespoten. Men eiste dat het blad de vrouw niet meer diende ‘zoet te houden met knusse rubriekjes, recepten en romantische verhalen’.

Instagram
WhatsApp